Foto: Liza
Klassieke muziek bestond al een aantal eeuwen toen de musical gelanceerd werd. Niet zo gek dus dat de musical beïnvloed is door klassieke muziek. Wist je bijvoorbeeld dat Les Misérables verdomd veel weg heeft van een oratorium? En dat The Phantom of the Opera kenmerken vertoont van opera’s van Puccini, Wagner en Verdi? Een paar voorbeelden:
‘Quartet’ – Chess
In dit kwartet hoor je verschillende stemmen die tegen elkaar bewegen: polyfonie. Die polyfonie wordt langer aangehouden dan in de meeste musicals. Zoals Jessica Sternfeld aangeeft in haar boek The Megamusical, worden de verschillende stemmen steeds actiever, wat doet denken aan een fantasia (een muziekvorm met een betrekkelijk vrije structuur). Het geheel heeft iets barok-achtigs. Bovendien worden in dit kwartet de verschillende emoties van alle vier de personages duidelijk weergegeven; iets dat ook veel voorkwam in de polyfonische ensembles van Verdi.
‘Still Hurting’ – The Last Five Years
Ook in ‘Still Hurting’ uit Jason Robert Brown’s The Last Five Years is die polyfonische structuur terug te horen. Je hoort hier twee stemmen, die van de viool en de cello, verschillende melodieën tegen elkaar inspelen, dan weer harmoniseren. Het geheel heeft wel wat weg van Bach’s tweestemmige preluden. Luister vanaf 3 minuut 9:
‘One Day More’ – Les Misérables
Een oratorium is een omvangrijk werk voor orkest, koor en solisten, met een geestelijk onderwerp. Het leven van Jezus Christus is een populair thema voor deze muziekvorm. Voorbeelden zijn Händel's Messiah en Bach’s Matthäus-Passion. Volgens Sternfeld laten de structuur en de staging van ‘One Day More’ uit Les Misérables de invloed van het oratorium zien, maar ook het hymne-achtige ‘I Dreamed a Dream’ en de strijdkreet in ‘Do You Hear the People Sing’. Het belangrijkste is volgens haar het religieuze idee van een oratorium, dat in het gehele verhaal van Les Misérables doorweven is.
The Phantom of the Opera (in zijn geheel)
Het mag duidelijk zijn dat The Phantom of the Opera een van de meest klassieke musicals is van de afgelopen decennia: je hoeft maar naar het titelnummer te luisteren en je weet waar je mee te maken hebt. Maar waarom heeft The Phantom of the Opera, buiten de hoge noten, zoveel weg van een opera? Sternfeld noemt een aantal redenen in haar boek: om te beginnen wordt er bijna niet gesproken in The Phantom, maar alleen gezongen: deze musical is, net als veel opera’s, doorgecomponeerd. De acteurs zingen bovendien met een opera-stemgeluid. De scènes en nummers in The Phantom overlappen, waardoor het onduidelijk is waar ze beginnen en eindigen; een techniek die ook wel door Puccini werd gebruikt. En dan hebben we het nog niet gehad over de motieven en herhaalde muzikale thema’s, wat doet denken aan Wagner’s methodes. Tenslotte zijn er nog de ensemble-nummers waarin soms wel zeven verschillende personages door elkaar heen zingen; net als in de ensembles in Verdi's en Mozart’s opera’s.
Bronnen:
Sternfeld, Jessica. The Megamusical (2006).
Thierens, Sanne. Personal Research Paper (UCR, 2010).
10 september 2015, 12:12